Halverwege de chemo, dus na vier keer, is het tijd voor een tussentijdse scan. In mijn geval een CT-scan. In principe zou de tumorlast met 50% verminderd moeten zijn.
Afgelopen dinsdag (8 maart) was het zover. De laatste vier uur voor de scan mag je niet meer eten en drinken. Twee uur ervoor moet je bariumpap (een witte vloeistof met een chemische sinaasappelsmaak) nemen. Iedere 20 minuten 125 ml. Zodra je in de scan ligt krijg je een infuus met contrastvloeistof, van deze vloeistof krijg je het warm (een soort opvlieger) Totaal duurt het hele onderzoek maar 10 minuten.
Met de hematoloog was afgesproken dat hij vandaag na 13.30 uur zou bellen met de uitslag. Wat is dat wachten toch vreselijk. Wat kan zo’n ochtend dan lang duren! Wat een spanning geeft dit! Zoals altijd bij deze momenten week Winfried weer niet van mijn zijde (de lieverd).
Om 13.40 uur belde de hematoloog al. Hij begon met de woorden dat de scan er goed uit zag. Maar concreet: de tumorlast was met 50 tot 70% verminderd!! Wat er dan door je heen gaat is niet te beschrijven. We stonden alletwee te huilen. Dit keer niet van verdriet maar van blijdschap.
Bij de second opinion in de VU gaf de hematoloog aan dat ik een 'standaardgeval' was. Normaal ben ik liever niet standaard maar nu hoop ik dat ik een standaardgeval blijf. Daar ben ik blij mee. Superblij.
Bron: Ellen