Puncties

Bij verdenking van bloed- en lymfeklierkanker wordt vaak een lymfeklierpunctie of een beenmergpunctie gedaan. Bij een punctie prikt de specialist met een holle naald in een verdacht orgaan zoals een opgezette lymfeklier. Daarmee kan hij wat cellen en vocht opzuigen.

Lymfeklierpunctie 

In je lichaam zitten heel veel lymfeklieren. Sommige liggen dicht onder het huidoppervlak en kun je zelfs gemakkelijk met je vingers voelen. Een punctie van deze lymfeklieren is gemakkelijker dan van een dieper gelegen lymfeklier. 

Het onderzoek 
Tijdens het onderzoek lig je op een onderzoekstafel. De arts stelt vast waar hij precies moet prikken. Bij dieper gelegen lymfeklieren kan daarvoor een CT-scanapparaat nodig zijn of een echo-apparaat. 
Je huid wordt gedesinfecteerd (meestal krijg je een plaatselijke verdoving).
Met een holle naald prikt de arts in de klier om wat cellen en vocht op te zuigen.  

Het hele onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Bij dieper gelegen klieren kan dat langer zijn. Na het onderzoek kun je meestal meteen weer naar huis. Er zitten weinig risico's aan dit onderzoek. Soms houd je er een blauwe plek aan over, maar je kunt alles weer gewoon doen.  

Uitslag
In het laboratorium bekijkt een patholoog de lymfekliercellen en het vocht. De uitslag duurt enkele dagen tot enkele weken en krijg je van je behandelend arts.

Voor een goede diagnose van lymfeklierkanker kan een punctie te weinig materiaal opleveren. In het algemeen heeft een lymfeklierbiopsie of een volledige verwijdering van een opgezette lymfeklier de voorkeur.

Beenmergpunctie of biopt 

Als je hematoloog voor de diagnose je beenmergcellen wil bekijken, is een beenmergpunctie of een biopt nodig.  

Beenmergpunctie; met een holle naald zuigt een arts beenmergvloeistof op uit je bekken of borstbeen. Deze vloeistof wordt beenmergaspiraat genoemd. 
Bij een beenmergbiopt neemt de arts een stukje bot weg uit het bekken. Dit noemen we een biopt.  

Het onderzoek 
In veel ziekenhuizen is een speciaal poliklinisch spreekuur voor beenmergafnames. Een verpleegkundige ontvangt je en leidt je door het onderzoek. De afname wordt gedaan door een specialist. Na een plaatselijke verdoving, die snel werkt, wordt het beenmerg vanuit je borstbeen of bekken verzameld. Na het onderzoek kun je meestal meteen naar huis. 

Afname beenmergvloeistof 
De specialist brengt een holle naald naar binnen in je bekken of borstbeen om losse beenmergcellen op te zuigen. Het opzuigen van het beenmerg voelt vervelend, maar duurt slechts enkele seconden. De opgezogen vloeistof ziet eruit als bloed. 

Biopsie van het beenmerg 
Een biopt wordt genomen uit het bekken. Vaak doet men dat onmiddellijk na de beenmergpunctie. De arts maakt, na het inbrengen van een naald, een draaiende (borende) beweging. Dit duurt een paar minuten en kan een drukkend gevoel geven. Het biopt is een heel klein pijpje bot met beenmergcellen.  

Uitslag 
In het laboratorium bekijkt een patholoog de beenmergcellen en het biopt.  
De uitslag duurt enkele dagen tot enkele weken en krijg je van je behandelend arts. 

Veelgestelde vragen: 

Wat is het verschil tussen een beenmergpunctie en een beenmergbiopt? 
Bij een beenmergpunctie prikt een specialist naar het beenmerg in je borstbeen of je bekken. Vervolgens zuigt hij wat losse beenmergcellen op. Soms neemt hij daarbij ook een klein pijpje van het bot mee. 

Hoe lang duurt een beenmergpunctie en een beenmergbiopt? 
Het hele onderzoek, inclusief voorbereiding, duurt ongeveer 10 tot 15 minuten. De verdoving werkt na een paar seconden en ook het opzuigen van het beenmerg duurt maar enkele seconden. Voor het afnemen van een biopt zijn zo’n 5 minuten nodig.  

Is een beenmergpunctie pijnlijk? En de afname van een biopt?
Het onderzoek begint met het verdoven van de huid. Het aanprikken kan pijnlijk zijn. Het opzuigen van de beenmergcellen duurt maar kort en kan een vreemd gevoel geven. Soms zijn meer opzuigingen nodig om voldoende materiaal te verzamelen. Na het opzuigen is het vreemde gevoel weer weg. Het afnemen van een biopt kan een drukkend gevoel geven. 

Mag ik na de beenmergpunctie meteen naar huis?
Een beenmergpunctie wordt poliklinisch gedaan. Meestal is sprake van een dagopname. Na de afname wordt de plek van de prik afgeplakt met een pleister of een gaasje. Om bloedingen te voorkomen is het belangrijk het wondje goed dicht te drukken, eventueel met behulp van een zandzakje. Voordat je naar huis gaat, wordt de prikplaats gecontroleerd.  

Na de beenmergpunctie, waar moet ik op letten? 
Na ongeveer dertig minuten is de verdoving uitgewerkt. Na een paar uur kan de pleister eraf. Je mag zelf autorijden. Het is verstandig om pas de volgende dag te douchen. De plek waar geprikt is, kan nog een tijdje een zeurende pijn geven of gevoelig blijven. Neem tegen de pijn, als dat nodig is, een paracetamol. Neem bij toenemende zwelling, bloeding of heftige pijn contact op met het ziekenhuis.

Wat is er voor de hematoloog of de patholoog te zien aan het beenmergaspiraat en het biopt?
De patholoog kijkt of er beenvormende cellen/ bloedcellen voorkomen die er vreemd uitzien, die bijvoorbeeld een ongewone vorm hebben. De patholoog ler er ook op of de ontwikkeling van de verschillende typen jonge bloedcellen goed verloopt en of de aantallen kloppen. Er kan daarna nog een onderzoek komen naar afwijkingen van het erfelijk materiaal in de beenmergcellen. 

Praatkaart beenmerg-punctie