In het verleden heb ik beroepsmatig wel eens te maken gehad met diëtisten. Ze waren allemaal even aardig en ze zagen er allemaal uit alsof ze zelf anorexia hadden. Op een na. Die heeft zich later omgeschoold. Ik zie haar nog wel eens fietsen. Steeds dikker wordt ze.
'Hoeveel boterhammen eet je 's morgens?' 'Twee.' 'Met boter?' 'Ja, met boter.' 'Hoeveel boter neem je dan? Dik (15 gram), matig (10 gram) of dun (5 gram)? Is het halvarine, margarine of roomboter?' 'Alle soorten. Ik weeg het nooit. Zelf vind ik dat ik weinig boter neem, maar mijn vrouw is het daar niet mee eens.' 'Dan schrijf ik 'matig' op. Daar moet je wel op letten hoor, op boter.'
Op deze manier neemt ze de hele dag door. Alle maaltijden, tussendoortjes en drankjes worden opgeschreven. Koffie met suiker en melk – hoeveel melk, halfvol? Vervolgens rekent ze uit het hoofd uit hoeveel calorieën ik binnenkrijg en dat vergelijkt ze met wat ik in werkelijkheid nodig heb. In dit geval: ik kom behoorlijk wat tekort. Naast een recept voor energieverrijkte drankjes krijg ik de volgende opdracht mee: ga naar de supermarkt en loop langs de schappen. Je mag alles kopen wat je lekker vindt. Ook ongezonde dingen.
Kijk, daar kan ik wat mee. Gewoon uitzoeken wat ik lekker vind en verder niet zeuren. Ik lust alles, maar heb volgens kenners een sterke voorkeur voor ongezond. Dat doe ik niet bewust natuurlijk. Mijn vrouw houdt juist erg van gezonde dingen. Gelukkig maar. Zonder haar zou ik in alle opzichten reddeloos verloren zijn. Ze doet bij voorkeur boodschappen bij natuurvoedingswinkels. Bij mij werkt dat over het algemeen niet: ik sta er zeker voor open, maar hoe gezonder het is hoe minder het me op de een of andere manier smaakt. We hadden laatst alternatieve pindakaas: smerig tot op de bodem. Soms valt het mee. Dan is het best lekker voor gezond.
Inmiddels is mijn gewicht weer in orde. Ik word zelfs een beetje dik. Alles kopen wat ik wat ik lekker vind is een hardnekkige gewoonte geworden. Nu blijkt dat mijn cholesterol te hoog is. Ik moet afvallen van de dokters. De rotzakken.
Bron: Ernst Jan