Als een patiënt een bloedziekte heeft waarbij een stamceltransplantatie onderdeel is van de behandeling, zullen de broers en zussen benaderd worden om te kijken of zij voldoende overeenkomsten (match) hebben met de patiënt. Daarbij wordt gekeken naar het Humaan Leukocyten Antigeen (HLA-typering). De patiënt en de donor moeten voldoende overeenkomsten hebben om een patiënt succesvol te kunnen transplanteren.
De HLA-typering is erfelijk. De ene helft wordt van de moeder geërfd, de andere helft van de vader. De kans dat bij twee kinderen van dezelfde ouders een identieke combinatie voorkomt is een op vier.
In de meeste centra worden broers en zussen uitgenodigd voor een informatief gesprek met de verpleegkundig consulent. Die geeft uitleg over de hele procedure van typering, donorkeuring, de donatie en nacontroles. Aansluitend wordt bij de broer of zus één buisje bloed afgenomen. Na ongeveer zeven tot tien dagen is duidelijk of er voldoende overeenkomsten zijn. Als dit het geval is, zal de verpleegkundig consulent de broer of zus uitnodigen voor een tweede bloedafname. Deze is bedoeld om de uitslag te bevestigen, wat ongeveer twee weken in beslag neemt.
Privacy is erg belangrijk in dit hele traject. De donatie gebeurt op vrijwillige basis, de broer of zus krijgt altijd de keuze om van deelname af te zien. Hij of zij wordt als eerste geïnformeerd over een eventuele match.
Voorafgaand aan de stamceldonatie vindt een uitvoerige medische keuring plaats, waarbij bloedonderzoek, een longfoto, een hartfilmpje en een beenmergpunctie plaatsvinden. De verpleegkundig consulent geeft alle informatie over de donatie en een arts of physician assistent keurt de donor, die hiervoor een ochtend in het ziekenhuis is. Binnen een week zijn de uitslagen van deze keuring bekend. Bij goedkeuring kan de patiënt opgenomen worden voor de stamceltransplantatie.
(Antwoord m.m.v. Michel Schaap, hematoloog Radboudumc)