Eerst even een korte uitleg over botziekte bij multipel myeloom. Bij myeloom zijn de kankerplasmacellen aanwezig in het beenmerg. Het beenmerg is een groot orgaan in ons lichaam waar de productie van alle bloedcellen plaatsvindt. Het beenmerg zit midden in de botten van bijna het hele skelet, behalve in de onderarmen, onderbenen, handen en voeten. Beenmerg is dus niet hetzelfde als bot.
Het skelet is ook een groot orgaan en bestaat uit botweefsel. Het is heel hard omdat het voornamelijk kalk bevat. Bot is geen stilstaand weefsel. Ook in de botten vindt afbraak en opbouw plaats, zoals bij de meeste weefsels in ons lichaam. De cellen die bot aanmaken heten osteoblasten en de cellen die bot afbreken osteoclasten.
Bij multipel myeloom zitten vaak op diverse plekken in het beenmerg groepen kankercellen bij elkaar. Deze cellen produceren daar in hoge mate eiwitten en moleculen die de osteoblasten volledig afremmen en de osteoclasten sterk aanzetten. Het nettoresultaat daarvan is dat het bot dat vlak bij deze plasmacellen zit geen botopbouw meer heeft en alleen botafbraak. Daardoor ontstaan de typische gaten in de botten bij multipel myeloom, de medische term is 'lytische laesies'.
Als er op een scan vlekjes te zien zijn, en er is geen sprake van iets onschuldigs als extra kalkafslag of een botcyste, kan het bot aangetast zijn door de ziekte. We hebben in internationale richtlijnen met elkaar afgesproken wat de redenen zijn om met behandeling van de ziekte te starten. En botaantasting is daar een van. Het is ook een van de belangrijkste, omdat botaantasting bij ongeveer 90% van de patiënten voorkomt. En botaantasting geneest bijna niet. Dus de gaten die zijn ontstaan blijven altijd bestaan, ook als de plasmacellen in het beenmerg zelf met goede behandeling niet meer aanwezig zijn. En omdat deze gaten botverzwakking geven met risico op breuken en bij de ruggenwervels op ingezakte wervels betekent dit dat er behandeld moet gaan worden met chemotherapie om verdere botaantasting tegen te gaan.
Deze behandeling wordt gecombineerd met medicijnen, genaamd bisfosfonaten, die de activiteit van de osteoclasten afremmen. Dit is bijvoorbeeld alendroninezuur, pamidroninezuur of zoledroninezuur. Daarbij is voldoende calcium en vitamine-D inname belangrijk. Bespreek dit ook met je arts.
(Antwoord m.m.v. Monique Minnema, internist-hematoloog, UMC Utrecht Cancer Center)
FAQ uit HM 2017-3