‘Beoordeel me op wie ik ben en niet op dat ik ziek geweest ben’
Bas
Dat Bas lymfklierkanker had gehad, wisten alleen zijn familie en vrienden. Totdat hij in een landelijke tv-campagne zijn verhaal deed. Van gymdocent tot boegbeeld, hoe loopt dat?
begin bult in zijn nek
diagnose lymfklierkanker
behandeling chemotherapie
nu genezen
Ik was 24 jaar, zat in mijn laatste studiejaar en in de bloei van mijn leven toen ik lymfklierkanker kreeg. Mij hebben de chemobehandelingen enorm geholpen. Ik kan gelukkig alles weer en dat gun ik anderen ook’, zegt Bas. Bas is nu 30 jaar. Hij is genezen van lymfklierkanker en gymdocent op een middelbare school. Je ziet hem deze woorden uitspreken in een confronterende, landelijke reclamecampagne. In de campagne Ik ben er één van zie je dat een doodskist tevoorschijn komt en halverwege zijn gezicht en lichaam stopt. Dat de kist deels zijn gezicht en lichaam bedekt, symboliseert dat de chemotherapie bij slechts de helft van de patiënten aanslaat. De campagne, gemaakt door de stichting Lymph & Co, is bedoeld voor het ophalen van geld voor wetenschappelijk onderzoek naar betere behandelingen van lymfklierkanker. ‘Het was confronterend toen ik de campagne zag. Ik besefte opnieuw dat het leven ineens over kan zijn. Toen realiseerde ik me dat niet, ik was aan het overleven. Nu pas kan ik het beter plaatsen.’
Positief
Bas is een vrolijke en enthousiaste man. Hij is positief ingesteld en daar is hij trots op. Hij vraagt zich af of zijn leven misschien anders had kunnen lopen met een minder positieve instelling. Want wat als hij bij de pakken was gaan neerzitten? Deze positieve mindset was indirect de reden dat de campagne op zijn pad kwam. ‘Tijdens de lockdown kwam ik als docent schrijnende situaties bij leerlingen tegen. Ze kwamen het huis niet uit en sommigen zelfs hun kamer niet af. Met mijn mentorklas besprak ik hoe je iets negatiefs kunt omzetten in iets positiefs, hoe je gedachtes kunt ombuigen. Leerlingen gaven treffende en persoonlijke voorbeelden. Hoewel ik dit van tevoren niet van plan was, vertelde ik over mezelf en mijn periode van ziekte en behandeling. Ik heb uitgelegd hoe positieve gedachtes je gedrag bepalen, en dat dit weer positieve acties en gedachtes op gang brengt.’ Een leerling vertelde hierover thuis. Zijn vader was onder de indruk èn eigenaar van het reclamebureau dat de campagne zou verzorgen. ‘Dit deed hij vanuit een betrokkenheid, zijn vader is aan lymfklierkanker overleden. Hij benaderde mij om mee te doen. Ik schrok daar van en vond het wat brutaal. Maar toen ik erover ging nadenken, werd ik enthousiast. Ik sprak met de voorzitter van de stichting en besliste dat ik wilde meewerken. Ik voel me goed en ik wil graag bijdragen aan meer geld voor onderzoek. Het zou mooi zijn als deze campagne anderen helpt. Ik heb het wel eerst thuis overlegd, want voor mijn partner en ouders was het ook een zware tijd.’
Voetbalkamp
Toen Bas in het laatste jaar van zijn opleiding tot gymdocent zat, werd bij hem de diagnose lymfklierkanker gesteld. De aanleiding om naar de huisarts te gaan was een bijzondere. ‘Als begeleider was ik mee op een voetbalkamp. Ik vertelde een spookverhaal en scheen in het donker met een zaklamp tegen mijn kin. Toen riep een jongetje: ‘Meneer, u heeft een bult in uw nek!’.’ Zijn klier was zo gezwollen dat de huisarts hem doorstuurde naar een internist. Wachtend op de uitslag speurde Bas het internet af. ‘Toen wist ik wel hoe laat het was. Zo‘n driekwart van de beschreven symptomen was op mij van toepassing. Onverklaarbare jeuk, nachtzweten, vaak grieperig en veel afvallen. Ik had tot die tijd geen verband gelegd tussen al die symptomen en deze ziekte. Als je zo jong bent, sta je daar niet bij stil.’ De uitslag kwam een week later: de ziekte van Hodgkin. Deze vorm van lymfklierkanker komt vooral voor bij jongeren in de leeftijd van 15 tot 35 jaar. De kanker was al uitgezaaid. ‘Na wat ik op internet had gelezen, kwam het niet als een verrassing. Ik had me er al bij neergelegd. Voor mijn ouders en mijn omgeving was het moeilijker. Ik vond het erg om mijn ouders te zien huilen.’ ‘Ik heb ook nooit gedacht dat ik het niet zou halen, ook al kreeg ik de percentages wel te horen van de arts. Dat past bij mijn karakter, ik heb weinig structuur van mezelf en ik zie wel wat er gebeurt. Zo ging ik ook dit traject in. Maar ik ben dat jongetje van het voetbalkamp nog steeds dankbaar dat ik er dankzij zijn opmerking zo snel bij was. Een week na de diagnose zat ik aan de chemo.’ Omdat hij als gymdocent in opleiding in een goede conditie was, kon hij om de twee weken een zware chemokuur aan. Bas ging weer bij zijn ouders wonen in deze periode. ‘De chemotherapie was zwaar. Mijn lichaam was op een bepaald niveau en de chemo breekt dit als het ware af. De eerste week was ik zo ziek dat ik het alleen maar kon ondergaan. In de tweede week ging het wat beter en dan probeerde ik iets te doen. Maar eigenlijk kon ik niet veel. Voor mijn gevoel kwam ik in een sociaal isolement. Het verschil met mijn actieve en uitbundige studentenleven was zo groot. Gelukkig waren mijn vriendin, familie en vrienden er voor mij. Mijn vrienden organiseerden dan ook een ‘Bas-dag’ om samen leuke dingen te doen. Dat was fijn, maar ondertussen werd ik steeds zieker en zwakker. Voordat ik weer wat hersteld was, was de volgende kuur er alweer. Na elke chemo werd het zwaarder. Na de acht behandelingen vertrouwde de arts het nog niet helemaal en volgden er nog vier.’
Lesgeven
‘Na een half jaar was ik schoon, maar echt ziek. Zieker en zwakker dan bij de start. Voor mijn herstel na de chemotherapie moest ik mijn conditie weer opbouwen. Maar ik moest van ver komen. Ik was snel moe, enorm prikkelgevoelig en had door de medicatie overgewicht. Sporten hielp, al merkte ik wel dat ik op sportgebied een jasje heb uitgedaan. Een jaar na de diagnose pakte ik mijn opleiding weer op en studeerde ik af. Ik liep toen stage bij een basisschool en ik was aan het eind van elke schooldag helemaal op.’ Lichamelijk is Bas nog steeds minder fit dan voor de behandelingen. Ook heeft hij geheugenproblemen. ‘Ik kan minder goed tegen drukte, zeker als er veel ruis is of als er verschillende gesprekken tegelijk om me heen gevoerd worden. Tijdens het lesgeven heb ik hier geen last van. Maar na een werkdag ben ik erg moe. Thuis slaap ik even zodat ik weer voldoende energie heb om te voetballen, volleyballen en voetbaltraining te geven. Ik heb de restklachten best goed in mijn leven kunnen inpassen.’
Campagne
Na de start van de tv-campagne spraken bekenden en collega’s Bas aan, zij wisten niet eens dat hij ziek geweest was. ‘Aan nieuwe mensen vertel ik het eigenlijk nooit. Dat begon al bij mijn afstuderen. Ik wilde het op eigen kracht doen: beoordeel mij op wie ik ben en niet omdat ik ziek geweest ben. Na de behandelingen was het voor mij klaar, ik wilde door.’ Hij verwerkte de periode van ziekte en behandeling in tatoeages. Samen met zijn twee broers liet hij een driehoek met hun initialen tatoeëren. ‘Een driehoek is de sterkste wiskundige vorm en onze band is door hun steun zeker zo sterk. Ook heeft hij verschillende tatoeages waarin een Maoritatoeëerder zijn verhaal verwerkte in een tekening met symbolen uit de Maoricultuur.’ Hoewel de tatoeages op onopvallende plaatsen zitten, zijn ze in de gymzaal af en toe zichtbaar. ‘Ik krijg wel eens vragen van leerlingen en dan vertel ik dat het aandenkens zijn. Soms volgen er dan nog vragen en heel af en toe vertel ik dan over de periode van mijn ziekte. Maar liever vertel ik het niet.’ Hoe verhoudt die opmerking zich met zijn bijdrage aan een televisiecampagne? ‘Dat mensen mij in reclamespotjes zagen, was wennen. Maar een voordeel was dat de campagne mijn verhaal al vertelt. Dat hoef ik dan zelf niet nog een keer te doen. Nu ik er zo op terug kijk, ben ik wel trots. Het is me een soort van overkomen en ik heb het laten gebeuren. Dat past bij me.’ ‘Soms vraag ik me af hoe het geweest zou zijn als ik niet ziek was geworden. Waar had ik dan nu gestaan? Fysiek ben ik niet meer wat het geweest is en mentaal ben ik sneller en meer vermoeid. Maar het weerhoudt me niet: ik heb zo lang dingen niet kunnen doen, ik wil zoveel mogelijk weer doen. Dan maar anders.’
Hematon magazine winter 2021 | tekst Yvonne Keijsers | beeld Harold van Beele